Beeldverslag

Maak een beeldverslag over het thema. Je maakt het verslag alleen. Hierin komen jouw ideeën voor nog te maken werkstukken te staan. Jouw ideeën hoeven niet in het echt mogelijk te zijn, je mag je fantasie de vrije loop laten.

Bij drie van de ideeën maak je ook schetsen, om ze nog duidelijker te maken.

Eisen:
  • Lettergrootte: max. 12 p. (dit geldt voor het voorwoord en de inhoud)
  • Inleveren in een snelhechter of ingebonden (kan je bij de mediatheek laten doen)
  • Alle onderdelen van het beeldverslag zijn aanwezig (zie opbouw beeldverslag)
  • Zorg dat het verslag er netjes/ verzorgd uit ziet!


OPBOUW VAN HET BEELDVERSLAG

VOORBLAD 

  • Maak het voorblad passend bij het thema.
  • Dit komt er sowieso op: titel van het thema, vak, naam, klas, datum.

INHOUDSOPGAVE 

  • Deze komt op een aparte pagina, na het voorblad.
  • Denk aan de paginanummers (waar staat wat in je verslag?)

VOORWOORD 

  • Deze komt op een aparte pagina, na de inhoudsopgave.
  • Schrijf een voorwoord of inleiding op je verslag. Vertel bijvoorbeeld iets over het thema en over de opdracht, wat je er tot nu toe van vindt etc.
  • Minimaal een 1⁄2 A4.

Hoofdstuk 1 Oriëntatie 

  • Omschrijf 5 ideeën voor werkstukken:
    • Wat is je idee (omschrijf dit zo volledig mogelijk)? 
    • Waarom past het bij het thema? 
    • Welke materialen denk je nodig te hebben? 
    • Hoe ben je op het idee gekomen? 
  • Bij ieder idee voeg je een plaatje toewat het idee duidelijker maakt. Je mag dit plaatje op het internet opzoeken of knippen uit een tijdschrift.

Hoofdstuk 2 ontwerpen

  • Kies uit je verslag je 2 beste ideeën, hier maak je schetsen van.
  • Voer beide schetsen uit in kleur(Lees eerst ‘Hoe maak je een goede schets’)

 Hoofdstuk 3 Eindresultaat en Evaluatie

  • Een foto van het eindresultaat Diorama/miniwereld

Evaluatie          

  • Vertel in eigen woorden wat je van deze opdracht hebt gevonden.
  • Wat ging er goed, of minder goed?
  • Wat heb je ervan geleerd?
  • Wat vond je het leukst om te doen?


Hoe maak je een goede schets?

  1. Gebruik een schetspotlood (grijs), liefst een 2b potlood. Schets licht, zodat je foutjes makkelijk kunt weg gummen.
  2. Maak elke schets op 1 A4 papier, zo heb je voldoende ruimte
  3. Probeer zo te schetsen, dat voor een ander duidelijk is hoe je werkstuk eruit komt te zien. Denk aan het tekenen van de ondergrond, zijpanelen (eventueel), hoe iets vast zit, meerdere aanzichten.
  4. Teken je idee vanuit verschillende aanzichten (zie voorbeelden hieronder)