De kunst van het portretteren

Er zijn in de loop van de jaren ontzettend veel portretten gemaakt. Ieder op zijn eigen manier. Zo waren in de 17^e eeuw de portretschilderijen in de Renaissance erg populair. Renaissance betekent letterlijk ‘wedergeboorte’. Ze vonden dat na een periode van de donkere middeleeuwen, een nieuwe gouden eeuw was begonnen. In Europa begon de renaissance in het Italiaans Florence. Daar gaven de rijke en machtige mensen opdrachten aan kunstenaars en architecten om hun stad en huizen mooier te maken. Misschien ken je de kunstenaars Leonardo da Vinci en Michelangelo wel. In Nederland zijn de kunstenaars Frans Hals en Rembrandt specialisten in portret schilderen.

Rembrandt Harmenszoon van Rijn (1606 –1669) was een Nederlandse kunstschilder. Zijn werk is wereldberoemd. Hij wordt gezien als een van de belangrijkste schilders uit de renaissance. Hij heeft meer dan 300 schilderijen gemaakt en wordt ook wel een Hollandse Meester genoemd. Soms deed hij wel drie jaar lang over het maken van één schilderij. Hij schilderde vaak mensen met mooie kleding en sieraden. Rembrandt schilderde eerst met hele donkere kleuren. Later gebruikte hij meer kleur in zijn schilderijen. Zijn stijl van schilderen was ook heel bijzonder. Hij toverde met licht en donker. Die speciale techniek is een belangrijk kenmerk van Rembrandt zijn stijl. Dit noemen ze ‘clair obscur’. Dit heeft hij overgenomen van bekende Italiaanse schilders zoals Michelangelo 

De verf uit de renaissance die gebruikt werd in de schilderijen werden vaak zelf gemaakt door de kunstenaars. Dit deden ze door gebruik van natuurlijke materialen. Je kunt dan denken aan aarde, planten en oliën. Hierdoor was het kleurenpallet ook minder breed dan wat er tegenwoordig is.

Wat weten jullie al van Rembrandt?

https://quiz.ntr.nl/quiz/322/start

De komende weken gaan jullie aan de slag met thema portret.

De leerdoelen die je bij dit thema leert zijn:

• Je leert je eigen ideeën vorm te geven door middel van verschillende materialen en technieken. Ook leer je door je ervaringen om beter te worden om je ideeën te verbeelden. 
• 52.  De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen, waaronder dat van kunstenaars. 
• 50.  De leerling leert op basis van enige achtergrondkennis te kijken naar beeldende kunst, te luisteren naar muziek en te kijken en luisteren naar theater-, dans- of filmvoorstellingen. 
• 48.  De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen.